W.
WOORD VAN DE VOORZITSTER EN DE DIRECTEUR
Voor de Interregionale Verpakkingscommissie (IVC) wordt 2025 een jaar vol uitdagingen en onzekerheden, waarin nieuwe wetgeving de werking van onze instantie sterk zal beïnvloeden.
Met de publicatie van de verpakkingsverordening PPWR op 22 januari 2025, die twintig dagen later officieel in werking is getreden en vanaf 12 augustus 2026 in voege moet gaan, komt er een reeks nieuwe verplichtingen en aanpassingen op ons af. Tegelijkertijd nadert de invoering van het nieuwe Samenwerkingsakkoord UPV/zwerfvuil, wat eveneens een impact zal hebben op de werking en de verantwoordelijkheden van de IVC.
Prioriteit is nu de totstandkoming van een Belgische wetgeving die de effectieve uitvoering van de PPWR waarborgt.
Op 16 december 2024 keurde het Europees Parlement de PPWR (Packaging and Packaging Waste Regulation) definitief goed. De PPWR (voluit de Verordening (EU) 2025/40 van het Europees parlement en de Raad van 19 december 2024 betreffende verpakkingen en verpakkingsafval, tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2019/904, en tot intrekking van Richtlijn 94/62/EG), legt nieuwe bepalingen op voor preventie en hergebruik van verpakkingen en komt grotendeels in de plaats van de bestaande Belgische wetgeving, met name het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval.
Naast de strengere maatregelen brengt de PPWR nog tal van substantiële veranderingen met zich mee. Zo spreekt men voortaan over “producent” en niet langer over “verpakkingsverantwoordelijke”, en worden het “organisaties voor producentenverantwoordelijkheid” in plaats van “erkende organismen”.
Verder worden alle producenten en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid verplicht zich te registreren en moeten zij ook een goedkeuring bekomen. De specifieke regels en procedures moeten hiervoor nog worden uitgewerkt.
Prioriteit is nu de totstandkoming van een Belgische wetgeving die de effectieve uitvoering van de PPWR waarborgt. Om rechtsonzekerheid te vermijden, is het van essentieel belang dat deze wetgeving met de nodige urgentie wordt opgesteld en uiterlijk op 12 augustus 2026 in werking treedt.
In 2009 werd het Interregionaal Platform Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (IPUP) opgericht, waarbij de IVC de secretariaatsrol vervult. Bedoeling van het IPUP was om een gemeenschappelijke visie op de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) te ontwikkelen. De afgelopen jaren hebben we in elk activiteitenverslag aandacht besteed aan het toekomstige nieuwe Samenwerkingsakkoord UPV/zwerfvuil dat in de schoot van het IPUP uitgewerkt is. De Gewesten hebben thans de intentie om dit Samenwerkingsakkoord in 2025 zo vlug als mogelijk tot stand te brengen.
De IVC wordt door het Samenwerkingsakkoord hernoemd en omgevormd in een dubbele structuur. De naam IVC (Interregionale Verpakkingscommissie) zal allicht nog dit jaar verdwijnen en de officiële naam “Interregionale Commissie voor de UPV” wordt dan in het leven geroepen, met enerzijds het “Beslissingsorgaan Verpakkingen” en anderzijds het “Beslissingsorgaan UPV”. Het Beslissingsorgaan UPV is de verderzetting van het IPUP.
Het deel UPV van het Samenwerkingsakkoord biedt de mogelijkheid om afvalstromen, die voorheen door de Gewesten werden beheerd, aan te vullen met een interregionaal luik. Hieraan worden tevens heffingen gekoppeld, ter ondersteuning van het beleid van de Gewesten.
Daarnaast is er binnen het Samenwerkingsakkoord een tweede luik waarin bepaald wordt dat de kosten voor zwerfvuil moeten doorgerekend worden aan de producenten, aan de hand van een heffing of door samenwerking met een collectief organisme.
Van zodra het Samenwerkingsakkoord UPV/zwerfvuil in voege treedt, treden de heffingen, zowel inzake UPV als inzake zwerfvuil, vrijwel direct in werking. Het is de interregionale commissie die zal belast worden met de organisatie ervan.
Daarnaast moeten, voor wat betreft het luik UPV, de uitvoerende samenwerkingsakkoorden nu snel tot stand worden gebracht. Dit gebeurt voor elke stroom afzonderlijk, aangezien het interregionale samenwerkingsakkoord voorziet dat voor elke stroom afzonderlijk een uitvoerend samenwerkingsakkoord moet worden opgesteld. Dit gaat ook veel werk met zich meebrengen voor de interregionale commissie.
De naam IVC (Interregionale Verpakkingscommissie) zal allicht nog dit jaar verdwijnen en de officiële naam “Interregionale Commissie voor de UPV” wordt dan in het leven geroepen.
Helaas bevindt het personeelsbestand van het Permanent Secretariaat van de interregionale commissie zich op een historisch dieptepunt, wat de capaciteit om hogervermelde uitdagingen het hoofd te bieden ernstig onder druk zet. We kunnen niet genoeg beklemtonen dat een snelle en doortastende oplossing absoluut noodzakelijk is.
We nodigen u graag uit om verder te lezen en samen met ons terug te blikken op een bewogen jaar vol uitdagingen, inspanningen en vooruitgang.
Martine Gillet, Voorzitster
Marc Adams, Directeur